donderdag 13 november 2014

LED of led - het geeft licht


Achtergrond informatie voor bij het Energieke lampje.

LED staat in het Engels voor Light Emitting Diode en in het Nederlands staat het voor Licht Emitterende Diode of wel een licht uitstralende diode. Dat is een technische definitie en die slaat eigenlijk alleen op een piepklein onderdeeltje van een ook al niet zo groot ‘led-lampje’. 

Led-lampjes kennen de meeste mensen wel als de kleine stand-by lampjes in een televisie of een computer, als de lichtjes in een lichtslang of als de lampjes in een smartphone. Ze zitten in bijna alle apparaten die we zo in het dagelijks leven gebruiken. Soms zijn ze alleen maar mooi of leuk, vaak zijn ze ook nuttig.

In het Engels schrijf je LED nog steeds met allemaal hoofdletters, omdat het een afkorting is. In het Nederlands hebben we er een gewoon woord van gemaakt en schrijf je led met kleine letters.

Laten we eerst eens kijken hoe een los led-lampje er uit ziet. Je ziet een transparant plastic onderdeeltje met een bolle bovenkant en twee metalen pootjes aan de onderkant. Die twee pootjes zijn binnenin vast gemaakt aan een piepklein onderdeeltje dat van twee soorten speciaal materiaal gemaakt is en die vormen samen een piepkleine ledje.  

Dat ledje gaat licht geven als er een stroom van kleine onzichtbare elektrische deeltjes doorheen gaat. Die onzichtbare deeltjes heten elektronen. Het ledje is zo klein dat het eigenlijk alleen maar een felle lichtgevende punt wordt. Daarom heeft het led-lampje die bolle bovenkant die doet dienst als een klein lensje dat van het lichtpuntje een mooi lichtstraaltje maakt.

De stroom elektronen die nodig is om het ledje licht te laten geven kun je halen uit een batterij. Een batterij heeft een ‘plus’ -kant en een ‘min‘ -kant. Aan de ‘min-kant’ zitten veel elektronen en aan de ‘plus-kant’ minder. Door het korte pootje van het led-lampje aan de min van een batterij vast te maken en het lange pootje aan de plus, wordt er dwars door de twee speciale materialen van het ledje een weg aangelegd voor de elektronen. Die gaan dan langs de weg van ‘veel’ naar ‘weinig’ stromen. Maar die weg is er wel eentje een met gaten. De elektronen hoppen als het ware van het ene gat naar het andere en geven bij elke sprong licht.


Het grappige van een ledje is dat het een prima gaten-weg voor elektronen maakt, maar dat dat wel een weg met eenrichtingsverkeer is. Als je de pootjes van het ledje andersom vastmaakt aan de batterij, mogen de elektronen de weg niet op en zie je dus geen licht. Dat is waarom een ledje een diode is. Je hebt heel veel soorten diodes en dit is er een die licht kan geven. 

Je kunt een diode vergelijken met een fietsventiel. De lucht kan door het ventiel wel naar binnen, maar niet naar buiten. Maar als je een band oppomt geeft het ventiel geen licht en dat doet het ledje wel als je het maar goed op de batterij aansluit.

Klokhuis: Bart legt uit hoe een ledje werkt en hoe ze gebruikt worden.

Waarschuwing:een batterij en een led-lampje moeten wel bij elkaar passen. Soms zal een batterij de elektronen te snel door een led-lampje sturen waardoor het led-lampje kapot gaat. Daar zijn oplossingen voor, maar daarover een andere keer. Dan gaat het over spanning, stroom en weerstand.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten