Achtergrond informatie voor bij het Energieke lampje.
LED staat in het Engels voor Light Emitting Diode en in het Nederlands staat het voor Licht Emitterende Diode of wel een licht uitstralende diode. Dat is een technische definitie en die slaat eigenlijk alleen op een piepklein onderdeeltje van een ook al niet zo groot ‘led-lampje’.
LED staat in het Engels voor Light Emitting Diode en in het Nederlands staat het voor Licht Emitterende Diode of wel een licht uitstralende diode. Dat is een technische definitie en die slaat eigenlijk alleen op een piepklein onderdeeltje van een ook al niet zo groot ‘led-lampje’.
Led-lampjes kennen de meeste mensen wel als de
kleine stand-by lampjes in een televisie of een computer, als de lichtjes in een lichtslang of
als de lampjes in een smartphone. Ze zitten in bijna alle apparaten die we zo
in het dagelijks leven gebruiken. Soms zijn ze alleen maar mooi of leuk, vaak
zijn ze ook nuttig.
In het Engels
schrijf je LED nog steeds met allemaal hoofdletters, omdat het een afkorting
is. In het Nederlands hebben we er een gewoon woord van gemaakt en schrijf je led met kleine letters.
Laten we eerst
eens kijken hoe een los led-lampje er uit ziet. Je ziet een transparant plastic
onderdeeltje met een bolle bovenkant en twee metalen pootjes aan de onderkant. Die twee pootjes zijn binnenin vast gemaakt aan een piepklein onderdeeltje dat
van twee soorten speciaal materiaal gemaakt is en die vormen samen een
piepkleine ledje.
Dat ledje gaat licht
geven als er een stroom van kleine onzichtbare elektrische deeltjes doorheen
gaat. Die onzichtbare deeltjes heten elektronen. Het ledje is zo klein dat het
eigenlijk alleen maar een felle lichtgevende punt wordt. Daarom heeft het
led-lampje die bolle bovenkant die doet dienst als een klein lensje dat van het
lichtpuntje een mooi lichtstraaltje maakt.
De stroom
elektronen die nodig is om het ledje licht te laten geven kun je halen uit een
batterij. Een batterij heeft een ‘plus’ -kant en een ‘min‘ -kant. Aan de
‘min-kant’ zitten veel elektronen en aan de ‘plus-kant’ minder. Door het korte pootje van het led-lampje aan de min van een batterij vast te maken en het lange pootje aan de plus, wordt er dwars door de twee speciale materialen van
het ledje een weg aangelegd voor de elektronen. Die gaan dan langs de weg van
‘veel’ naar ‘weinig’ stromen. Maar die weg is er wel eentje een met gaten. De
elektronen hoppen als het ware van het ene gat naar het andere en geven bij
elke sprong licht.
Het grappige van
een ledje is dat het een prima gaten-weg voor elektronen maakt, maar dat dat
wel een weg met eenrichtingsverkeer is. Als je de pootjes van het ledje
andersom vastmaakt aan de batterij, mogen de elektronen de weg niet op en
zie je dus geen licht. Dat is waarom een ledje een diode is. Je hebt heel veel soorten diodes en dit is er een die licht kan geven.
Je kunt een diode
vergelijken met een fietsventiel. De lucht kan door het ventiel wel naar
binnen, maar niet naar buiten. Maar als je een band oppomt geeft het ventiel
geen licht en dat doet het ledje wel als je het maar goed op de batterij
aansluit.
Klokhuis: Bart legt uit hoe een ledje werkt en hoe ze gebruikt worden.
Waarschuwing:een batterij en
een led-lampje moeten wel bij elkaar passen. Soms zal een batterij de
elektronen te snel door een led-lampje sturen waardoor het led-lampje kapot
gaat. Daar zijn oplossingen voor, maar daarover een andere keer. Dan gaat het
over spanning, stroom en weerstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten